FEEDBACKFORMULIER

Wij waarderen uw feedback!

FEEDBACK
Dit veld is verplicht
Dit veld is verplicht

* verplichte velden

De paradox van afnemende productiviteitsgroei in Zuid-Holland

Belangrijkste inzichten
  • De groei van de arbeidsproductiviteit neemt sinds enkele decennia af. 
  • Ondanks alle nieuwe technologieën en slimme uitvindingen die we hebben, gaat de hoeveelheid werk die we in dezelfde tijd kunnen doen niet echt sneller.
  • Verschuivingen werkgelegenheid tussen sectoren, toename zelfstandigen, beschikbaarheid financieringen en toename vergrijzing zijn mogelijke verklaringen voor afname groei arbeidsproductiviteit. 
  • Stijging arbeidsproductiviteit is belangrijk, alleen met slimmer werken kan de economie blijven groeien. 
  • Regionale verschillen in arbeidsproductiviteit zijn groot. 
  • Structureel regionaal-economisch beleid is nodig, waarbij behoefte is aan een regionaal maatwerk. 
  • Zet met beleid in op technische en sociale innovatie.
Wat is de arbeidsproductiviteitparadox?

De arbeidsproductiviteitsparadox is een ingewikkeld probleem waar veel bedrijven, beleidsmakers en economen mee worstelen. Dit houdt in dat, ondanks alle nieuwe technologieën en slimme uitvindingen die we hebben, de hoeveelheid werk die we in dezelfde tijd kunnen doen niet echt sneller gaat. Dit is vreemd, want je zou verwachten dat al die handige tools ons juist helpen om meer te doen in minder tijd. In dit artikel gaan we kijken waarom dit zo is en waarom het lastig blijkt om de productiviteit van ons werk te verhogen. We zullen ook bespreken wat voor stappen er genomen kunnen worden om dit probleem aan te pakken. Het doel is om uit te vinden hoe we de arbeidsproductiviteitsgroei weer op de rit kunnen krijgen. Door deze puzzelstukjes beter te begrijpen, hopen we manieren te vinden om iedereen te helpen efficiënter te werken. Dit is belangrijk voor het versterken van economische groei en de brede welvaart in Nederland. 

‘Productivity isn’t everything, but in the long run it is almost everything’
Paul Krugman: Amerikaanse neokeynesiaanse econoom, columnist, winnaar Nobelprijs voor de Economie en hoogleraar in de economie en internationale betrekkingen aan de Princeton University

Arbeidsproductiviteit uitgelegd en waarom is dit belangrijk?

Volgens het CBS betekent arbeidsproductiviteit hoe efficiënt werknemers zijn. Simpel gezegd, het meet hoeveel een werknemer kan maken of doen in een bepaalde tijd, gemeten in producten of geld. Als een werknemer in dezelfde tijd meer kan produceren, dan is de arbeidsproductiviteit hoger. Dit is goed omdat het betekent dat producten of diensten goedkoper gemaakt kunnen worden. Daardoor blijft er meer geld over voor het bedrijf om bijvoorbeeld te investeren of om de salarissen van werknemers te verhogen. Dus als we meer kunnen doen in minder tijd, verdienen mensen over het algemeen meer. Dit leidt tot een hogere levensstandaard. Mensen kunnen met hun inkomen meer dingen kopen. Dit is niet alleen goed voor de individuele werknemer, maar stimuleert ook de economie: als mensen meer geld uitgeven, neemt de vraag naar producten en diensten toe, wat op zijn beurt weer zonder extra werk of investeringen groei kan aanwakkeren.

Productiviteit is daarnaast van groot belang voor economische vooruitgang en het concurrentievermogen van bedrijven op wereldschaal. Dit betekent dat landen, bedrijven en werknemers altijd moeten blijven innoveren en zich aanpassen aan nieuwe manieren van werken om voorop te blijven lopen. Door globalisering, waarbij markten wereldwijd met elkaar verbonden zijn, is het voor bedrijven essentieel om voortdurend te concurreren door bijvoorbeeld nieuwe producten of technologieën te ontwikkelen of door hun werkprocessen te verbeteren om zo efficiënter en productiever te zijn.

‘Improved productivity means less human sweat, not more’
Henry Ford: Amerikaanse industrieel en oprichter van Ford Motor Company

Wat is het probleem?

De groei van arbeidsproductiviteit is de bepalende factor geweest voor de groei van de Nederlandse welvaart na de Tweede Wereldoorlog. De arbeidsproductiviteitsgroei in Nederland is de laatste decennia, net als in vele andere ontwikkelde economieën, echter sterk vertraagd. Groeide de Nederlandse arbeidsproductiviteit in de periode 1950-1975 met zo'n 4 procent per jaar, het jaarlijkse groeipercentage ligt na 2010 gemiddeld op slechts 0,7 procent. De structurele arbeidsproductiviteitsgroei blijft echter al jaren achter, op een korte opleving na ten tijde van de opkomst van het internet vanaf halverwege de jaren 90 van de vorige eeuw en de IT-boom rond de eeuwwisseling. Net als in Nederland is ook de Zuid-Hollandse arbeidsproductiviteitsgroei de afgelopen decennia steeds verder teruggelopen.

Ontwikkeling arbeidsproductiviteit, gewerkt uren (index-cijfers 2015=100), provincie Zuid-Holland

Regionale verschillen in arbeidsproductiviteit zijn groot
In het begin april gepubliceerde artikel van RaboResearch, Structureel regionaal-economisch beleid nodig, is dieper ingegaan op de ontwikkeling van de regionale arbeidsproductiviteit. Uit het onderzoek blijkt dat de verschillen in arbeidsproductiviteit tussen regio's groot zijn. De verschillen in de sectorsamenstelling van regio’s verklaren maar een klein deel van deze productiviteitsverschillen. Regionale omstandigheden waardoor bedrijven productief kunnen zijn, verklaren het grootste deel. De regionale verschillen zijn dus aanzienlijk, en zeker de meer perifeer gelegen regio’s kunnen nog een inhaalslag maken. Dit zou niet alleen goed zijn voor de desbetreffende regio’s, maar ook voor de Nederlandse economie als geheel: als alle regio’s die momenteel onder het nationaal gemiddelde presteren de productiviteitskloof met het landelijke gemiddelde voor de helft weten te dichten, dan groeit de Nederlandse economie met 6 procent.

Ook in internationaal perspectief blijft productiviteitsgroei achter
Vergeleken met veel andere landen die bij de OESO horen, groeit de productiviteit in Nederland al jaren minder snel. Bijvoorbeeld in Zweden, Denemarken, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en de VS maken werknemers meer vooruitgang in hoeveel ze kunnen doen of maken in een jaar dan in Nederland. Ook is de productiviteit in die landen vanaf het begin al hoger dan bij ons. Dit laat zien dat landen met al een hoge productiviteit toch nog steeds snel kunnen groeien.

Verwachte ontwikkeling arbeidsproductiviteit
Het CPB gaat in de laatste middellange termijn verkenning, februari 2024, uit van een groei van de arbeidsproductiviteit bij bedrijven gedurende de periode 2025-2032 met gemiddeld 1 procent per jaar. Afgezien van het idee dat een voorspelling nooit helemaal zeker is, hebben we hier te maken met een vrij bescheiden verwachting over de groei van de arbeidsproductiviteit. Dit is verontrustend, vooral omdat we nu en in de nabije toekomst te maken hebben met een erg krappe arbeidsmarkt.

‘Focus on being productive instead of being busy’
Timothy Ferriss: Amerikaanse ondernemer, investeerder, auteur, podcaster en gastdocent aan Princeton University.


Waar moeten we de oorzaken zoeken?

Er zijn de afgelopen jaren diverse studies verschenen die hebben geprobeerd verklaringen te bieden voor de dalende arbeidsproductiviteitsgroei in Nederland. Een goede verklaring vinden is echter niet eenvoudig, aangezien een aantal gangbare mogelijke verklaringen niet of niet overtuigend wordt onderschreven door Nederlandse data. Hieronder geven we een overzicht van factoren die hierbij een mogelijke rol spelen. 

Verschuiving werkgelegenheid van hoogproductieve sectoren naar laagproductieve sectoren
De dalende arbeidsproductiviteitsgroei in Nederland is niet alleen het gevolg van lagere productiviteitsgroei binnen sectoren, maar ook van een verschuiving van de werkgelegenheid van hoogproductieve sectoren naar sectoren met een lager dan gemiddeld arbeidsproductiviteitsniveau, zoals de Horeca, Kunst, cultuur en recreatie, en de Overige zakelijke dienstverlening (waaronder uitzendbureaus, schoonmaakbedrijven en beveiliging). In Denemarken, Duitsland en Zweden is er net als bij Nederland, sprake van een verschuiving van werkgelegenheid van de hoogproductieve industriële sectoren naar lager dan gemiddeld productieve dienstensectoren, maar hier staat tegenover dat er elders in de economie veel meer hoogproductieve banen zijn bijgekomen.

Toename aantal zelfstandigen
De groei van het aantal zelfstandigen is ook een oorzaak van de lagere productiviteitsgroei. Uit onderzoek van het CBS (2019) blijkt dat de productiviteit van zelfstandigen  lager ligt dan die van grote bedrijven. Dit heeft te maken met de beperktere mogelijkheden die zelfstandigen hebben om te investeren in middelen om de arbeidsproductiviteit te verhogen, zoals een extra machine. Daarnaast volgen zelfstandigen ook minder vaak trainingen en bedrijfsopleidingen, aldus het CBS.

Beschikbaarheid om bedrijfsactiviteiten te financieren
De mogelijkheden (of de beperking daarvan) om bedrijfsactiviteiten te financieren, kunnen ook van invloed zijn op de ontwikkeling van de productiviteit en het proces van creatieve vernietiging in de weg staan. Enerzijds heeft de financiële crisis de beschikbaarheid van kapitaal voor bedrijven beperkt, zodat er minder kapitaal is voor nieuwe of innovatieve bedrijven, die daardoor beperkt worden in hun groeimogelijkheden. Anderzijds kunnen minder productieve bedrijven hun activiteiten voortzetten door de lage rente, waar ze in tijden van een hogere rente failliet zouden gaan of hun activiteiten zouden staken. Bovendien gebruiken deze laagproductieve bedrijven arbeid en kapitaal dat in andere delen van de economie effectiever zou kunnen worden gebruikt. 

Vergrijzing
Uit wetenschapplijk onderzoek komt naar voren dat vergrijzing ook een rol speelt in de lagere groei van de arbeidsproductiviteit. Vooral jongere werknemers worden steeds productiever. Bij oudere werknemers stagneert die groei van de arbeidsproductiviteit of deze daalt zelfs een beetje. Deels komt dit door de link met investeringen in scholing en vaardigheden die rendabeler zijn voor jonge werkenden.

‘Productivity is being able to do things that you were never able to do before’
Franz Kafka: Duitstalige Tsjechische schrijver die wordt gezien als een van de belangrijkste auteurs van de twintigste eeuw

Wat kunnen beleidsmakers doen?

De vraag waarom is natuurlijk relevant, maar interessanter is om te kijken naar wat beleidsmakers kunnen doen om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Alleen met slimmer werken kan de economie blijven groeien.

Zet in op technische en sociale innovatie
Volgens arbeidsmarkteconoom Ronald Dekker, Personeelskrapte is een oplosbaar probleem, ligt de oplossing vooral op het vlak van een combinatie van technische en sociale innovatie.  Op het gebied van technologie: hoe voer je effectief arbeidsbesparende innovaties door? Op het gebied van sociale innovatie: hoe organiseer je meer productiviteit door nieuwe ‘configuraties’ van arbeid én kapitaal? Veel Nederlandse arbeidsorganisaties zijn het verleerd om te gaan met ‘schaarste’ aan de productiefactor arbeid. Bijscholing is nodig.

Verminder de kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt
Geef studenten en werkzoekenden een goed beeld van de toekomstige arbeidsmarktperspectieven van verschillende vervolgopleidingen. Ook bij de financiering van opleidingen zou het kunnen sturen op maatschappelijk rendement, waarbij zowel het toekomstige verdienvermogen van de Nederlandse economie als niet-economische factoren kunnen worden meegewogen. 

Focus op om- en bijscholing
Het is belangrijk om actief beleid te blijven voeren op om- en bijscholing en intersectorale mobiliteit, teneinde het gemakkelijker te maken tijdens de loopbaan van baan te wisselen.

Ambitieuze investeringsagenda
Het is belangrijk vast te blijven houden aan een ambitieuze investeringsagenda, waarvan vooral ook investeringen in publieke en private R&D, onderwijs, innovatie en ondernemerschap onderdeel uitmaken. Kennisinvesteringen leiden niet alleen tot een hogere productiviteitsgroei binnen sectoren, maar kunnen op termijn ook nog eens via een veranderende sectorstructuur een positief effect hebben op de groei, want na verloop van tijd neemt de concurrentiekracht van kennisintensieve sectoren er door toe, waardoor deze in relatieve omvang toenemen (ESB, 2024: Lage productiviteit mede door ongunstige economie (H. Erken)). 

Behoefte aan structureel regionaal-economisch beleid

RaboResearch geeft aan dat er behoefte is aan structureel regionaal-economisch beleid. Beleid dat gericht is op het verbeteren van de productiviteit is daarom van belang. En dat beleid kan niet heen om het belang van regio’s. Een te generieke (nationale) blik gaat voorbij aan de grote verschillen in productiviteit tussen Nederlandse regio’s, de verschillende groeipaden die de regio’s hebben én de opgaven die per regio relevant zijn. Landelijk beleid gericht op het Nederlandse ondernemingsklimaat kan (effectief) niet zonder gericht regionaal beleid. Aangezien kennisinvesteringen pas op langere termijn rendement opleveren, is het belangrijk om het beleid op dit terrein structureel te verankeren in de regio. Dit voorkomt dat budgettaire dekking voor kortetermijnplannen wordt gezocht in posten die bestemd zijn voor economische structuurversterking.

POWERED BY

powered by