UWV: onbenut arbeidspotentieel in Haaglanden

Let op
  • Onderstaande artikel is een geüpdatete versie van een artikel dat in eerste instantie door het UWV is gepubliceerd.

Het onbenut arbeidspotentieel, het aantal (semi-)werklozen plus deeltijdwerkers die meer willen werken, is in 2023 jaar licht gestegen in Haaglanden. Desondanks is het onbenut arbeidspotentieel in historisch perspectief nog steeds laag. Dit is mede het gevolg van de krappe arbeidsmarkt. In een arbeidsmarkt met schaars beschikbaar talent is het belangrijk om deze groep in beeld te hebben.


Onbenut arbeidspotentieel Haaglanden hoger dan gemiddeld

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) steeg in Haaglanden het onbenut arbeidspotentieel van 66.000 personen in 2022 naar 69.000 in 2023. Hoewel dit de eerste stijging is sinds 2020, is het aantal nog steeds laag in historisch perspectief. Door de grote vraag op de arbeidsmarkt vinden nog altijd veel mensen werk. Ten opzichte van de totale potentiële beroepsbevolking in Haaglanden, personen van 15 tot 75 jaar, steeg het onbenut arbeidspotentieel van 10,1% in 2022 naar 10,5% in 2023. Het percentage onbenut arbeidspotentieel in Haaglanden ligt daarmee hoger dan het landelijk gemiddelde van 8,9%.

Onbenut arbeidspotentieel in ‘s-Gravenhage (Den Haag) het grootst

Het onbenut arbeidspotentieel is het hoogst in ‘s-Gravenhage (Den Haag). In deze gemeente behoren 46.000 inwoners van 15 tot 75 jaar tot het onbenut potentieel. Dat is 66% van het totale onbenut arbeidspotentieel in de regio Haaglanden.

Relatief veel onderbenutte deeltijders

Het onbenut arbeidspotentieel in Haaglanden bestaat uit:

27.000 onderbenutte deeltijders. Dit zijn werkenden, die meer uren kunnen en willen werken.
23.000 werklozen. Dit zijn personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en direct beschikbaar zijn voor werk.
19.000 semi-werklozen. Dit zijn bijvoorbeeld personen die tijdelijk vanwege ziekte, arbeidsongeschiktheid, een opleiding of andere redenen niet beschikbaar of niet werkzoekend zijn.
De onderbenutte deeltijders zijn de grootste groep in het onbenut arbeidspotentieel. Deze groep bestaat relatief uit meer vrouwen (59%) dan mannen (41%). Vrouwen werken vaker in sectoren waarin meer deeltijd wordt gewerkt, zoals de zorg.

Niet iedereen die tot het onbenut arbeidspotentieel hoort staat geregistreerd als werkzoekende. Slechts een deel van het onbenut arbeidspotentieel is als uitkeringsgerechtigde ingeschreven bij gemeenten en UWV.

 

 

Onbenut arbeidspotentieel in Haaglanden; uitgesplitst naar groep
Inzetten onbenut arbeidspotentieel

Om de inzet van de verschillende groepen binnen het onbenut arbeidspotentieel te vergroten, zijn er verschillende oplossingen mogelijk. Allereerst is het van belang om de groep die nog niet geregistreerd staat, zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Daarnaast kunnen werkgevers werknemers die deeltijd werken, een contract aanbieden voor meer uren, of hen ondersteunen bij het combineren van 2 banen.

Een andere benadering is om de diversiteit aan talenten op de arbeidsmarkt beter te benutten. Dit kan bijvoorbeeld door werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt, 65-plussers, jongeren en mensen met een arbeidsbeperking een kans te geven.

Een oplossing om semi-werklozen aan het werk te krijgen, is bijvoorbeeld het (om)scholen van werklozen, zodat hun vaardigheden beter aansluiten bij de te vervullen vacatures. Ook het werven op basis van skills in plaats van diploma’s is een optie. Als organisaties afstappen van harde functie-eisen en meer selecteren op motivatie en talent, worden (semi-) werklozen eerder gemotiveerd om te solliciteren als ze niet aan alle eisen voldoen. Werkgevers, sectoren, gemeenten, UWV en opleiders spelen daarin een belangrijke rol.

Bronvermelding:

UWV: Onbenut talent in Haaglanden 2023

Artikelen

POWERED BY

powered by